Van dorpspomp naar fietstuin: concept voor ontmoetingen
Styling blijkt prima in te zetten om maatschappelijke thema's te onderzoeken en op een andere manier te bekijken. Tegen eenzaamheid en vertroeping: de fietsenstalling als ontmoetingsplek.
Styling blijkt prima in te zetten om maatschappelijke thema's te onderzoeken en op een andere manier te bekijken. Tegen eenzaamheid en vertroeping: de fietsenstalling als ontmoetingsplek.
In juni studeerde ik af als interieurstylist aan de Academie Artemis in Amsterdam. Voor mijn eindproject zocht ik een onderwerp waarin ik mijn interesses zou kunnen combineren: mijn fascinatie voor stedenbouwkunde én die voor de sociale verhoudingen tussen mensen. Ik kwam uit bij hedendaagse hofjes, en van daaruit bij de nieuwe dorpspomp: de fietstenstalling.
Ik kwam uit op 'hedendaagse hofjes', ook omdat ik zelf onlangs verhuisd ben naar een nieuwbouw-appartementencomplex dat eigenlijk precies die eigenschappen heeft die een hofje kenmerken. Er is een gemeenschappelijke binnentuin en er zijn gemeenschappelijke voorzieningen zoals een klusruimte, een plantenkas, een zwemsteiger en een logeerruimte. Ook zijn in het gebouw een theater, een café-restaurant en een kinderopvang gevestigd.
Op die gezamenlijke plekken kom ik mijn buren op een gedwongen ongedwongen manier tegen (een term uit het 'Handboek voor Hedendaagse Hofjes'). Gedwongen, omdat je nu eenmaal af en toe je brievenbus wilt legen of een zaag nodig hebt. En ongedwongen omdat het een toevallige ontmoeting betreft, zonder afspraak die vooraf werd gemaakt. Je kunt alleen 'hoi!' roepen, maar vaker knopen we een praatje aan.
Er is een groot tekort aan ontmoetingsplekken in de stad, zeker aan plekken waar je elkaar gratis en toevallig kunt tegenkomen. Al eerder las ik in Het Parool dat eenzaamheid een hardnekkig probleem is in de stad, en zelfs een grote bedreiging voor de volksgezondheid vormt. Daarom dacht ik: eigenlijk zou iedereen moeten kunnen wonen zoals wij dat hier doen.
De hofjes van voor de twintigste eeuw hadden altijd één plek waar de gedwongen ongedwongen ontmoeting plaatsvond: de waterpomp. Wat vervult vandaag de dag de rol van de waterpomp? Volgens mij is dat de fietsenstalling. We fietsen vrijwel allemaal vrijwel dagelijks. Daarom is de fietsenstalling de plek bij uitstek om je buren op een gedwongen ongedwongen manier te ontmoeten. De fietsenstalling als buurthuis!
Als er meer stallingen bij zouden komen in de stad, lost dit behalve onvrijwillige eenzaamheid nog een ander probleem op: dat van het overschot van fietsen in de steeds krapper wordende openbare ruimte.
Een fiets an sich bezit beslist een zekere esthetiek. Waarom moeten fietsenstallingen dan altijd een grote brij van onbehandeld beton en staal zijn, verlicht door TL-lampen? De sfeer is unheimisch, en je wilt er zo snel mogelijk weer weg. Dat kan toch veel beter?
Bij deze nieuw opgeleverde stallingen gaat het al wat meer de goede kant op. Wat maakt het dat deze stallingen er prettiger uitzien? Waarschijnlijk komt dat door de overvloed aan licht, kleur en geometrie. Daardoor worden de ruimtes overzichtelijk en voelen ze veiliger aan.
Dat ik niet de enige ben die er zo over denkt, bewijst Ingrid Fetell Lee in haar boek 'Vrolijkheid'. Orde maakt gelukkig. Kleur, geometrie en herhaling ook. Dat valt allemaal te lezen in dit geweldige boek, onderbouwd door uitgebreid wetenschappelijk onderzoek. Het interieur van een fietsenstalling leent zich helemaal voor de toepassing van de inzichten uit dit boek. Ik zie het dan ook als een gemiste kans dat er niet meer aandacht wordt besteed aan de looks van een stalling.
Als je fietsenstallingen op basis van de inzichten uit 'Vrolijkheid' zou inrichten, zou de dagelijkse gang naar de stalling mensen niet alleen vrolijker en gelukkiger zou maken; ze zouden ook zorgvuldiger met het interieur omgaan. Mogelijk gaan ze zelfs een beetje houden van de stallingen waar ze vaak komen!
Het allermooist zou het zijn als de fietsenstalling een dubbelrol zou vervullen als ontmoetingsplek voor buurtgenoten. Zoiets als de bike cafés die je in verschillende landen ziet. Neem bijvoorbeeld fietsenwinkel/bike café Pave in Barcelona. Je kunt hier naar belangrijke wielerwedstrijden kijken, een douche nemen na een intensieve rit of een magazine lezen. Die veelheid van functies spreekt mij enorm aan, en is volgens mij ook nodig als je wilt dat mensen wat langer in een stalling blijven om op die manier hun buurtgenoten te ontmoeten.
Want hoe fijn zou het zijn als je 's ochtends op weg naar je werk even een wasje in de machine kunt doen, terwijl je bijpraat met een buurvrouw? Of misschien ga je nog wel helemaal niet naar kantoor, en wacht je tot het spitsuur voorbij is terwijl je alvast wat voorbereidende werkzaamheden doet op de flexwerkplek die is ingericht in deze stalling.
Vooral in steden ontbreekt er zo'n informele plek waar buren elkaar treffen. De toegankelijke ontmoetingsplaatsen die er zijn, bevinden vaak zich ook nog eens buiten. In dorpen is meestal maar één supermarkt en één bakker, dat maakt het makkelijker om op die manier bekenden tegen te komen. Maar de stad is zo groot, dat een bezoekje aan de supermarkt geheel anoniem kan. Hup, pinpas door de zelfscankassa en weer door.
Mijn afstudeerproject noemde ik De Fietstuin, omdat ik het zie als een soort speeltuin voor jong en oud. En daarnaast is het een proeftuin waar buurtbewoners zelf ook invloed hebben op de functies. Willen zij er een galerie, een plek om te sporten of een speelhoek? De keuze is aan de buurt.
Daarom: elke straat een FietsTuin, voor een socialere stad!
Verder lezen
Over Nina de Haan
Nina de Haan (1982) studeerde zomer 2019 af als interieurstylist bij Academie Artemis. Eerder had ze al haar master Europese studies afgerond en werkte ze als editor en product manager bij verschillende interieurmerken en -winkels. Nina was van januari tot juli 2019 stagiair bij Stylink.
- Nina op LinkedIn